Please check out the new WECF website on wecf.org!

Stay here to browse our website archive (2004-2019).

WECF Deutschland

WECF France

WECF Nederland

Facebook

Twitter

YouTube

WECF and Netherlands Women's Organisation ask Secretary of State for Environment

to defend a strong chemicals directive at the upcoming environmental ministers council on June 24 2005

16.06.2005 |Sascha Gabizon




WECF and Netherlands Women's Organisations request Secr. of State Pieter van Geel to take into account the women's position on REACH for prioritisation, subsitution, test-criteria and access to information (text in Dutch).


Ministerie VROM
Staatssecretaris Milieu
De heer Drs. P.L.B.A van Geel
cs/bsg/al/ipc100
Postbus 20951
2500 EZ Den Haag

Onderwerp: EU Milieuraad op 24 juni a.s.


Geachte heer Van Geel,

De afgelopen drie dagen hebben wij in Brussel deelgenomen aan een bijeenkomst van vrouwen uit acht verschillende EU - landen. Wij hebben daar uitgebreid gesproken over het voorstel voor een nieuw chemische stoffen beleid: REACH. Omdat wij hebben begrepen dat op de Milieuraad van 24 juni a.s. REACH één van de te bespreken onderwerpen is, willen wij graag het volgende onder uw aandacht brengen.

Als vertegenwoordigers van vrouwenorganisaties in Nederland maken wij ons grote zorgen over de voorstellen die tegenwoordig op tafel liggen in het kader van de REACH- discussie. Wij zijn van mening dat deze geen voldoende bescherming zullen bieden aan het milieu en aan de gezondheid van burgers in de EU. Vertegenwoordigers van vrouwenorganisaties uit andere EU-landen die ook op genoemde bijeenkomst aanwezig waren, delen deze opvatting. Anders gezegd: wij denken niet dat het oorspronkelijke doel van REACH, de bescherming van mens en milieu, met een aantal van de nieuwe voorstellen tot wijziging van REACH wordt bereikt. Versterking van het REACH voorstel is dringend nodig.

In dit verband stellen wij in deze brief de volgende meer specifieke onderwerpen aan de orde:
- de prioritering van stoffen in de registratie procedure
- de substitutie van zeer zorgwekkende stoffen (chemicals of very high concern)
- de criteria voor de testen die in het kader van de registratie noodzakelijk zijn;
- de informatievoorziening.

Prioritering van stoffen in de registratieprocedure

Wij zijn het ermee eens dat stoffen zoals in het voorstel van de commissie worden geprioriteerd op basis van productie volumes, beginnend met de hoogste volumes. Daarnaast wordt ook prioriteit gegeven aan een aantal van de meest zorgwekkende stoffen, zoals die met CMR eigenschappen. Wij vinden het noodzakelijk dat stoffen die PBT en vPvB eigenschappen hebben, bij de eerste groep van geprioriteerde stoffen worden toegevoegd. Daarnaast vinden wij het uit het oogpunt van bescherming van kinderen en van vrouwen en mannen in de vruchtbare leeftijd noodzakelijk dat stoffen die hormoonverstorend, neurotoxisch of immunotoxisch zijn in de groep met de hoogste prioriteit worden opgenomen. Deze laatste stoffen kunnen immers al in lage doses negatieve gevolgen hebben voor de (kwaliteit van de) voortplanting en de ontwikkeling van het ongeboren kind, en kunnen daarmee levenslange problemen veroorzaken.

Wij vinden verder dat de eisen voor de dataverzameling voor stoffen die worden geproduceerd in een volume van 1 tot 100 ton, moeten worden aangescherpt. Ook over deze ca. 20.000 stoffen is goede informatie in de vorm van een Chemical Safety Report noodzakelijk. Stoffen die de hierboven genoemde zorgwekkende eigenschappen hebben, kunnen al bij kleine doses negatieve effecten voor de gezondheid hebben, zeker tijdens de pre – en postnatale ontwikkeling. Van deze groep stoffen moeten daarom ook voldoende de eigenschappen bekend zijn om te beoordelen of zij een risico vormen voor de gezondheid en het milieu. Mogelijke administratieve problemen die de dataverzameling voor de registratie van deze groep stoffen zou kunnen opleveren voor het bedrijfsleven, moeten worden opgelost door praktische maatregelen, niet door minder gegevens te eisen. Volgens de recente KPMG studie over Business Impact die door de industrie (Cefic en UNICE) zelf in opdracht zijn gegeven, zijn de gevolgen van de implementatie van REACH niet bedreigend voor de existentie van MKBs.

Substitutie

Wij vinden uit het oogpunt van een goede bescherming van milieu en gezondheid het principe van “adequate control” absoluut onvoldoende. Wij vinden het buitengewoon belangrijk dat de stoffen die zeer zorgwekkend zijn volgens de definitie in REACH zo snel mogelijk worden vervangen door veilige alternatieven. Wij pleiten dan ook voor een krachtig substitutiebeginsel, waarbij het uitfaseren van deze chemicaliën wordt bevorderd. Wij vinden het essentieel dat aan de substitutie termijnen worden gesteld. Wij zijn ervan overtuigd dat substitutie verplichting de innovatie en ontwikkeling van intelligente producten bevordert. Het zal dus de concurrentie positie van het Europese bedrijfsleven bevorderen. Consumenten zullen steeds meer eisen gaan stellen aan de veiligheid van producten in relatie tot milieu en gezondheid. Op dit gebied werken vrouwenorganisaties ook aan de kennis en mondigheid van onze achterbannen.

Criteria voor testen

Omdat kinderen, en vrouwen en mannen op een specifieke manier gevoelig zijn voor zorgwekkende chemische stoffen, zal men daarmee bij het opstellen van onderzoeksprotocollen rekening moeten houden. Het is ook van groot belang dat wordt gekeken naar de invloed van stoffen op de reproductieve gezondheid van vrouwen zowel als mannen.
Vooral eisen vrouwen dat goed wordt onderzocht wat de effecten van stoffen zijn op het ongeboren en jonge kind, omdat blootstelling van toekomstige ouders in de preconceptuele fase en pre- en postnatale blootstelling zulke verreikende gevolgen blijkt te kunnen hebben op de ontwikkeling van het kind. De testprotocollen moeten dus heel duidelijk worden gericht op het verkrijgen van voldoende gegevens om de gevaarlijkheid van de stoffen te kunnen beoordelen.


Informatievoorziening

Wij vinden de eisen die in de huidige voorstellen worden gesteld aan de informatievoorziening van de zijde van de fabrikant, zeer onvoldoende. Wij zijn van mening dat de burger recht heeft op volledige informatie over de stoffen waaraan hij of zij, direct dan wel indirect, wordt blootgesteld. En uiteraard over informatie over de effecten op de gezondheid. Een kale opsomming van stoffen is dus niet voldoende. Van belang is ook dat de zogenaamde ‘downstream users’ deze informatie krijgen.
Uitgangspunt zal steeds moeten zijn een begrijpelijke en toegankelijke informatievoorziening.

Tot zover onze opvattingen over een aantal belangrijke punten uit REACH. Wij hopen dat u deze punten meeneemt in uw verder beraadslaging over REACH in de Milieuraad.


Tenslotte willen wij graag in dit verband onze wens tot voortzetting van actieve kennisoverdracht , entameren van discussie en mobilisering van onze brede achterbannen onder uw aandacht brengen, op het terrein van chemische stoffen en ook andere milieuthema’s.

Financiële middelen om beleidsinbreng te geven staan bijvoorbeeld het bedrijfsleven ruim ter beschikking. Willen wij als vrouwen organisaties op dit voor ons belangrijke terrein van chemische stoffen in voldoende mate onze achterban betrekken en onze stem als burgers en direct belanghebbenden laten horen, dan moeten wij een beroep doen op de subsidiegever.

Hoogachtend ,

De deelnemende Nederlandse vrouwen in de bijeenkomst van vertegenwoordigers van Europese vrouwenorganisaties over REACH , 13- 15 juni 2005 te Brussel, georganiseerd door WECF:

Marry Molenaar, bestuur NVR
Tineke Bakker - van den Bos, Soroptimisten NL en lid Commissie Participatie van de NVR
Thea Huijberts - van Oers, ZijActiefNederland – katholiek vrouwennetwerk op het (verstedelijkte) platteland
Dorine van der Keur, Directeur Bureau Nederland, WECF
Marie Kranendonk, Voorzitter Bestuur WECF
Daniela Rosche, Internationaal Beleidsmedewerker Chemische Stoffen  WECF